Over Lotti van der Gaag

Lotti van der Gaag was beeldhouwer en schilder. Op aandringen van haar toenmalige partner, de schilder Bram Bogart, begon ze in de jaren 40 met beeldhouwen en volgde lessen aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en aan de Vrije Academie in Den Haag.

In 1950 vertrok ze naar Parijs en kwam daar via Simon Vinkenoog in contact met leden van de Cobra-beweging, waaronder Karel Appel en Corneille, met wie ze er een atelier deelde. Laatstgenoemde had er echter bezwaar tegen dat ze lid werd van de beweging. Van der Gaag nam daarom nooit deel aan een gezamenlijke tentoonstelling, maar werd in haar werk wel sterk beïnvloed, vooral waar het ging om haar fantasiefiguren. In 1951 volgde ze lessen in het atelier van Ossip Zadkine. Een jaar later werd haar werk in het Stedelijk Museum in Amsterdam getoond.

In de jaren 50 en 60 werden in verschillende steden beelden van haar geplaatst, zoals De Gek in Amstelveen (1951), Denker in Utrecht (1955), Fantoom in Nijmegen (1964) en Vogels en vissen in Rotterdam (1965).

Haar beeld Zonstraketsel (1957) was te zien in 2011 op ARTZUID. Het is een werk uit een serie van meer dan honderd imaginaire wezens. In 1958 ontving ze de Jacob Marisprijs. Vanaf 1974 ging Lotti van der Gaag schilderen; ook in deze werken bleven fantasiefiguren een leidende rol spelen.

In 1994 werd ze in een catalogus van het Stedelijk Museum genoemd als lid van de ‘Experimentele Groep in Holland’; iets wat door Corneille en anderen stellig werd ontkend. Lotti van der Gaag overleed in 1999.